Amersfoort, 24 juni 2014

Op vrijdag 27 juni staan in Den Haag in hoger beroep 10 naaktrecreanten voor de rechter. Zij worden bijgestaan door raadsman Gerard Spong, die daarvoor is ingehuurd door NFN, belangenorganisatie voor naaktrecreatie en naturisme. Het gerechtshof wordt tijdens het hoger beroep gevraagd om een eerder vonnis van de strafrechter ongedaan te maken. Dat vonnis hield in dat naaktrecreanten niet ongekleed in de Delftse Hout mogen verblijven zodra daar meer dan 150 geklede bezoekers zijn.

Volgens de naaktrecreanten en volgens NFN is daarmee een vonnis geveld dat strijdig is met de wet en specifiek met de bedoeling van art. 430a WvS. Advocaat Gerard Spong gaat dat namens de veroordeelde naaktrecreanten toelichten aan het Hof en vragen om vrijspraak.

Achtergrond van deze zaak wordt gevormd door de sluiting in 2013 van het al meer dan 30 jaar bestaande naaktstrandje in de Delftse Hout door de gemeente Delft en de daarop volgende bekeuringenregen toen de vaste groep naaktrecreanten gewoon bleef liggen. Daarbij beroept de gemeente Delft zich op ‘overlast’ die er in de Delftse Hout zou zijn. Deze overlast is echter nooit door de naaktrecreanten waargenomen.

Dat raadsman Spong door NFN is gevraagd om de beboete recreanten bij te staan, heeft te maken met het principiële karakter van de kwestie: niet een gemeente of een burgemeester bepaalt of een plek geschikt is voor naaktrecreatie, maar de recreant kan – ook op een daarvoor niet officieel aangewezen plek - zelf de afweging maken of die plek geschikt is. Hij hoeft daarvoor niet eerst het aantal zwembroeken in de omgeving te tellen.